Ilha de Mozambique

Ilha de Mozambique, we hebben er nooit eerder van gehoord, maar de lieve dame van het travel agency van het dure hotel in Pemba die ons informatie geeft over de trein terug naar Malawi, drukt ons op het hart: je kunt Mozambique niet verlaten zonder een bezoek aan dit historisch belangrijkste eilandje van Afrika.

Rivier

We gooien direct onze plannen om. Op de kaart lijkt er ook een weg langs de kust te liggen die ons heerlijk lijkt, langs vissersdorpen, met wildkamperen op het strand. Maar bij navraag, ook op een zeer actieve Mozambique Facebookgroep, blijkt er een onoverkoombare hindernis te zijn in de vorm van een enorme rivier. De brug is een stuk het binnenland in.

Ons nieuwe plan begint zich dan te ontvouwen als een lange fietsreis, zeker 5 dagen. En heus, we gaan met goede zin, (en vroeg!) op weg, maar de herinnering aan de prikgrassen, de saaie lange wegen en de lange klimmen ontnemen mij, eerlijk is eerlijk, wel enige lust tot fietsen.

Weinig spannends

En dat blijkt, behalve de prikgrassen, waarheid. We fietsen en we fietsen, er is weinig spannends aan de horizon. De dorpen met de rieten daken, de verveelde bewoners, de om aandacht vragende kinderen, het gaat urenlang door. Wel treffen we aan de weg nieuwe, verrassend commercie aan: het is nieuwe kleding, vooral mannenkleding van dure merken, voor een prikkie. Het hangt netjes op hangers aan de rieten daken. Mooi, want Ruud verslindt korte broeken als de hagedissen hier de krekels.

Qua eten moeten we ons redden met het restje spaghetti van gisteren met een maisbroodje, wederom is het aanbod van voedzaam voedsel schaars. Ruud rijdt nog een keer lek en het water uit de waterpompen is niet drinkbaar. We fietsen en we fietsen. Na 8 uur fietsen, en 80 kilometer op de teller, daalt de zon en nog altijd volgt het ene nietszeggende dorp op het andere. Pension? Nada. De dorpen lopen weer uit als we stoppen om ons eens goed te bekijken.

Geen pension?

Als het echt begint te schemeren en we beginnen rond te kijken naar een wild-kampeer-plek, krijgen we alsnog goed nieuws. No tem pensao aqui, mamá (ze noemen ons hier mamá en papá), maar 8 kilometer verderop wel. En als we dan een half uurtje later op zo’n plastic terrasstoel zitten, in de veilige haven van een pension, midden in het dorp dat zich gezellig met kleine lichtjes, barretjes en harde muziek opmaakt voor de avond, met een koud Manica-biertje in de hand, wachtend op de altijd smaakvolle kip-met-patat-en-salade, dan zijn we weer helemaal gelukkig.

Maar we liften de volgende dag wel mee in de laadbak van een truck naar Namialo, een plaatsje 350 kilometer zuidelijk en de volgende dag hijst men weer onze fietsen op een afgeladen ‘Matola’. We laden uit vóór het eiland en fietsen op ons gemak over de 3-kilometer lange brug naar Ilha de Mozambique.

Onderweg op de truck.
Op de brug naar het eiland.

Ilha de Mozambique

De hoogtijdagen van Ilha de Mozambique begonnen al tijdens de Arabieren, die er waren nog voordat Vasco de Gama, de beroemde Portugese ontdekkingsreiziger, er voet aan wal zetten in 1498. In de 16e eeuw werd er een enorm fort neergezet en riepen de Portugezen het eiland uit tot hoofdstad van Mozambique.

Eiland in puin.

Dankzij het indrukwekkende fort, dat we hebben bezocht, versloegen ze onze eigen Paulus, held van de VOC en ontwikkelde het zich tot dé handelspost op weg naar India voor voornamelijk slaven, kruiden en goud.

Hospital

Ook bouwden ze er een enorm ziekenhuis in 1877 in neo-klassieke stijl, waar de deur bovenaan de trap wordt opgedaan door een klein jongetje die ons lieflijk binnenlaat, gezinnetjes hebben hun intrek genomen in een aantal kamers.

Toen de Portugezen vertrokken uit Mozambique, hebben ze het land vernield achtergelaten, in materiële, economische en morele zin.

Het eiland bestaat uit twee delen: Stone town, met alle oude koloniale gebouwen voor een groot deel nog altijd in puin.

Café Central

Deze ruïnes, het puin ligt er nog gewoon in, worden nu door rijke Westerse mensen opgekalefaterd en omgetoverd tot dure hotels en restaurants.

Zelf verblijven we in zo’n oud koloniaal huis: Café Central, binnenin is het een doolhof van binnenplaatsjes, nisjes, trappetjes, een ruim dakterras, fantastisch!

Balkon in Café Central, Ilha Mozambique.

Het verbouwen en puinruimen gaat voort, zo merken we ‘s-morgens als de werklui komen. Na mijn klacht over geluidsoverlast betrekken voor dezelfde prijs een grote kamer, werkelijk een van de mooiste kamers de we ooit hebben gezien qua sfeer en afwerking en voorzien van alle gemakken die je kunt bedenken (airconditioning, tv en warme douche, heerlijk ontbijt incluus).

Lula

Kokkerellen op het dakterras.

De grap die we de hele weg hebben gemaakt: ‘waar zullen we vanavond eens gaan eten’ (vanwege de weinige keuzes die altijd hebben uit restaurants) kunnen we nu niet maken en we proberen alles uit en eten heerlijke garnalen en vis. Op de markt kopen we ‘lula’ (inktvis), garnalen en sla om dit zelf klaar te maken op het dakterras.

Residencia governance

Behalve het fort bezoeken we de voormalige residentie van de Portugese gouvernant. Het koloniale gebouw is al die tijd volledig ingericht gebleven, alle meubels uit de 18e eeuw in tact! Bedden, stoelen, dressoirs, keuken, zware gordijnen, het is ongelooflijk dat dit zo mooi bewaard is gebleven. We worden er rondgeleid op onze blote voeten. Voor de koning van Portugal is er een speciale slaapkamer ingericht, het bed zo hoog dat men er met een trap in moet. Hij is nooit op het eiland geweest.

Fort São Sabastião.

Alleen Samora Machel, de eerste predident van het vrije Mozambique (we zien overal standbeelden van deze besnorde vent, die het land, in de sfeer van de tijd van de onafhankelijkheid van Mozambique gecharmeerd was van het Marxisme, maar lange tijd kampte met zeer bloeddorstige bendes onder de naam Renamo die het land, gesponserd door de indertijd racistische regeringen van Zuid-Afrika en Rhodesie -voormalig Zimbabe- probeerde te ontwrichten – een verschrikkelijke burgeroorlog die 16 jaar duurde) heeft er slechts een keer geslapen en uit symboliek heeft er daarna nooit meer iemand geslapen. Slavernij, Portugees kolonialisme, het ligt allemaal gevoelig, en met recht.

Zelfs de maquette van het fort ligt half in puin.

Makuti Town

Het andere deel is Makuti town, in feite de rieten huisjes die wel kennen van onderweg, maar dan op elkaar gepakt als een krottenwijk, met smalle steegjes. Het ligt midden op het eiland, maar een stuk lager, volgens onze fort-gids (als we het hebben goed hebben begrepen), hebben ze Stone Town gebouwd door het steen hier weg te halen. Anyway, het toerisme is hier goed op gang gekomen en je kunt hier allerlei tours doen en vissen, drums spelen en dansen met de locals, maar het is ons niet gelukt iets van dien aard te ondernemen.

Ilha de Mozambique, de lieve dame in de travel agency, ze had gelijk, als je ooit in Mozambique bent, ga erheen. Als is het maar voor een dag, de in puin liggende koloniale gebouwen zeggen iets over de geschiedenis van Mozambique en over Afrika, over de rol van Europa in de geschiedenis, nu en de toekomst.

Van Lichinga naar Marrupa

Als je een grens overgaat, is de neiging groot om te vergelijken. De valkuil is dan om de eerste indrukken het zwaarst te laten tellen en overal zaken te herkennen die deze eerste indruk bevestingen. Dit is dan de disclaimer, want ik wilde toch graag Malawi vergelijken met Mozambique.

Speeltuin

Zo veel wat opvalt. Voor het eerst zien we speelgoed, zelfgemaakte auto’s en vliegers, zelfs een schommel in een heel klein primitief dorp. In Metangula zagen we de eerste speeltuin, hier in Marrupa is er een basketbalveld met tribune en een zwembad! (niet gevuld met water en ik denk al jaren niet gebruikt, maar toch). Ook zien we tractoren en auto’s met gaaf voorruit, blakende witte 4×4 Toyota’s, geen rijdende wrakken.

Mooi asfalt en nieuwe bruggen

Er is sowieso veel minder verkeer. Een paar auto’s per dag zien we in de vier dagen dat we van Lichinga naar Marrupa fietsen. De weg is perfect geasfalteerd en overal is men druk in de weer met het vervangen van bruggen, onder leiding van Chinezen.

Nieuwe brug olv Chinezen

Chinezen

Van onze lodge-eigenaar in Marrupa (een blanke, 72 jaar geleden als kind naar Mozambique vanuit Portugal gekomen met zijn moeder) horen we dat er zoveel corruptie is, dat men het asfalteren van de wegen soms 3 jaar laat liggen.

Oude brug, gezien vanaf de nieuwe.

Relive ‘9 mei woensdag’

Nu hebben de chinezen het overgenomen. Op het nieuws (de lodge eigenaar spreekt Engels omdat hij naar eigen zeggen zoveel tv kijkt, we nuttigen het avondmaal in de kantine en de ruimte zit vol vrouwen die direct na afloop van de Mexiaanse soap vertrekken) zien we een 10-minuten durend item (het enige) met Chinezen en Mozambikanen die ongemakkelijk handen schudden, de pers te woord staan en met handtekeningen op officiële documenten allerlei vormen van samenwerking bestendigen.

Malawi shops

Er zijn in Mozambique veel minder dorpen, veel minder mensen, veel minder huizen, veel minder winkels en er is veel minder te koop in de winkels dan in Malawi. In het piepkleine Malawi, het armste land ter wereld, is er altijd wel iets langs de weg: een kerkje, een school, een cooperatiegebouw, iets van een ngo (goede doelen), een kapper, een winkeltje.

Ruud krijgt bekijks als hij niets koopt in een winkeltje in Mozambique.

In zo’n winkeltje kun je zeep kopen, cola, zonnebloemolie, allerlei koekjes en niet knapperige maischips. Aan de weg staat een kruk waar de oogst wordt verkocht: tomaten, bananen, pompoenen. In mindere mate: aardappels, uien, appels. Meer groente en fruit is er niet. De mensen in Malawi zijn constant aan de wandel tussen kerk, school, huis, winkel en waterpomp en je moet dus opletten als je een plas wilt doen want voor je het weet struint er weer een knulletje het maisveld uit.

Mozambique

Relive ’10 mei wat km gemist totaal 54 km’

Om de zoveel kilometer, 30 kilometer ofzo, is er een traders village. Dit is een lange weg met allemaal winkels, de meeste van Indiërs of Pakistanen. Hier wordt de oogst verhandeld en kun je inkopen doen als biscuitjes, vis in blik, chips, frisdrank, bijna alles komt uit India of China of uit Zuid-Afrika, maar je kunt er ook terecht voor een keur aan huid- en haarverzorgingsproducten, behalve shampoo want dat hebben ze gewoon niet.

Om de tradersvillages te bevoorraden en de oogst op te halen denderen er in Malawi een groot aantal enorme vrachtwagens over de M01.

Mozambique

Daar hebben we in Mozambique geen last van. De dorpen tussen de kust en het midden van het land die wij hebben gezien, hebben geen noemenswaardige commercie. De oogst eten ze waarschijnlijk zelf op.

Huisje in Mozambique

De dorpen zijn vrij gecentraliseerd. De huizen, allen met rieten dak, zijn zeer ruim opgezet en meerdere huizen zijn ingesloten door een schutting van riet. Op de binnenplaats staat een pot waarin de gedroogde cassave of mais met de hand wordt vermalen tot meel. Eigenlijk precies zoals jij het nu voor je ziet, met een stok naar beneden slaan.

Huisje op palen waar de cassave of andere oogst in wordt bewaard en gedroogd.

Brood

Douchen is iets met heel veel emmers in Mozambique.

Relive ’11 mei vrijdag’


Anders dan in Malawi maken ze in Mozambique niet alleen nsima (een soort gekookte deegbal) van de mais, maar ook brood en we hebben in het enige dorp waar we een pensao (pension/hotel/lodge, ik weet niet hoe ik het moet noemen maar hotel is eigenlijk echt te optimistisch, zie ook foto) tegenkwamen de volgende dag heerlijk versgebakken broodjes kunnen kopen (hadden we er maar meer gekocht!).

Church in Mozambique.

Kerkje.

Oliebollen

Een onwijs goor broodje/oliebol (wat is het??? het ruikt naar aardolie…!!)

Maar in de meeste dorpen is er gewoon niks, nada. Geen lodges, geen restaurants. Als je geluk hebt, staat er een colaatje koud en kun je daarmee een droge oliebol wegspoelen.

Want die zijn in zowel in Malawi als Mozambique niet aan te slepen: oliebollen van maismeel. Het AD-testpanel zal de meeste geen voldoende geven aangezien ze zo vet zijn als een fietsketting. Ruud heeft meerdere malen getracht uit te leggen dat ze ook rozijnen of banaan kunnen toevoegen aan het beslag, tevergeefs waarschijnlijk. Het vult wel.

Opgelet!

Kamperen.

Fietsen op oliebollen

Feit is dat de oliebol vaak het enige voedsel is dat je kunt krijgen. De laatste fietsdag, gisteren, hebben we bijna volledig op oliebollen gereden. Ik heb het over 4 dagen lang, gemiddeld bijna 7 uur fietsen per dag, met hoogtemeters van 400 tot 1000 per dag. De oliebollen zijn er mede de oorzaak dat we op dit moment druk zijn met het zoeken van een auto die ons en onze fietsen naar het tropische bounty paradijs van Pemba wil brengen – 400 kilometer verderop.

Moe.

Ja mensen, noem ons mietjes, maar de afgelopen dagen hebben we Afrika gezien. Dagen achtereen rijden we over uitstekende wegen door een glooiend landschap met soms een vreemde rotsbult. In de berm wuift het manshoge pluimgras in prachtige kleuren groen, oranje, roze, maar ook dat, dames en heren, gaat ontzettend vervelen.

Relive ’12 mei zaterdag’

Dit gras ontneemt je het uitzicht, en het prikt. Als je erdoor loopt, grijpt het zaad zich vast in je kleding (op de blote huid geen probleem) en prikt. Een kampeerplek, een plasplek, een picknick- of rustplek vinden is een pijnlijke onderneming en schaduw is ook moeilijk te vinden. De bergen, de brandende zon, het smachten naar drinkwater, naar eten, naar een plek zonder prikpluimen, naar een pensao met wc-papier en een douche….het is voorlopig even genoeg gefietst. We gaan direct door naar het tropisch zwemparadijs!