George, hij bedoelde het goed, maar al kort na het vertrek van Luwawa Forest Lodge gaat het fout. We hebben net de juiste weg gevonden als de hemel samentrekt, een dichte mist het bos intrekt, waaruit het kille water met bakken tegelijk stort. We schuilen bij een paar houthakkers die om een vuurtje zitten en geen Engels spreken. We wachten. De lucht is tot in de verste verte lichtgrijs, een lucht die we als Hollanders zo goed kennen.
Modderpoel
Wat doen we, vraagt Ruud, we hebben 3 opties: terugkeren, doorgaan, wachten. Het spreekt voor zich, als het ergste voorbij is, stappen we op. De zandweg is veranderd in een woeste modderpoel met geulen, plassen en stenen. We ploeteren, en ploeteren, in de regen. De mist blijft ons vergezellen en de weg gaat omhoog. Steil omhoog. De mist glijdt over de velden en in mijn botten, de heuvels zijn geen heuvels, maar bulten. We moeten de fietsen omhoog duwen. De zanderige blubber is op sommige plaatsen zo zwaar dat onze voeten wegglijden en we de fietsen samen per stuk omhoog moeten duwen.

Na 3,5 uur ploeteren hebben we amper 15 kilometer afgelegd. Tijd voor een pindakaas met vochtige biscuitjes -pauze. Totaal moeten we 45 kilometer afleggen, dat is zeker. We rekenen met de tijd. We bedenken wat we nog te eten hebben, te drinken. Soms houdt de regen op en dringt een waterig zonnetje door, zo sterk dat we onmiddellijk opdrogen. Een keer komt er een truck, afgeladen met boomstammen, ergens staat er een langs de kant, de houthakkers helpen ons de fietsen naar boven duwen en lachen ons na (uit?).
Vermoeidheid
Na 20 kilometer zien we geen mensen meer en houdt de regen op. Het uitzicht is schitterend maar de vermoeidheid breekt ons op. We zijn pas op de helft. Gaan we dit wel redden? Verstand op nul en door. Op 30 kilometer kunnen we eindelijk op onze fietsen blijven zitten. We komen weer houthakkers tegen en zij geven ons hoop: nog 15 kilometer. Het loopt tegen vieren. De weg wordt iets beter omdat de regen is gestopt.

Om half zes, de schemer begint, zien we de contouren van de M1, de grote weg. Vandaar zou het nog 3-4 kilometer zijn naar de Kasito Lodge. De avond valt hier razendsnel, we hebben niet meer dan een kwartier. We haasten ons, om het bord met de boodschap nog te kunnen lezen: Kasito Lodge. We rijden het terrein op, een prachtig huis, het wordt nu wel echt donker. Alle deuren zijn op slot. De lodge is gesloten.
Er is wel een deur los in een apart gelegen gebouw. En twee spookjes rennen langs en komen dan tevoorschijn. Onze lantaarns schijnen niet ver genoeg. Hello, roepen we. De spookjes openen een deur en doen het licht aan en uit. Van een afstand geven ze korte antwoorden. Can we stay here? Yes. Dan rennen ze weer weg. We keren terug naar de open deur.
Dan verschijnt de eigenaar. We kletsen een tijdje, hij kent George, de lodge is gesloten, maar hij kan een uitzondering maken. Hij laat het spookje, zijn zoontje, een emmer water halen uit de rivier. Bedden in een droog huis! We zijn zooo blij!
Relive ‘8e rit’
Vrijdag de 13e
De volgende dag gaan we enthousiast op weg. Uiteraard laten we het bos en de ongeasfalteerde weg links liggen en gaan we de M1 op in de richting van Mzuzu, een van de grootste steden van Malawi. Een aantal problemen dienen zich aan: 1. Er is tot Mzuzu geen enkele dorp van betekenis waar we kunnen overnachten. 2. De heuvels zijn nog steeds dezelfde steile bulten, ook al zijn ze nu geasfalteerd. 3. Het is 70 kilometer naar Mzuzu.
Doorfietsen
Een motregen verzegelt ons. Treurige leeggekapte velden langs de weg. Monsterachtige Toyota’s, 4×4’s, en Mitsubishi (de dominante voertuigen) scheuren ons voorbij. Klimmen, klimmen en dan dalen, wat ook weer zo steil is, dat ik kramp krijg van het remmen, daarbij zijn onze remblokken bijna vergaan door de zanderige dag van gisteren. We proberen het gezellig te houden, maar we zijn moe.

Meer mensen hebben het zwaar onderweg in Malawi.
Close call
Maar we fietsen door, 70 kilometer lang, net als gisteren een close call: de schemer zet in als we Mzuzu inrijden. We houden halt bij de luxueuze winkel Shoprite, omdat onze lodge uit de reisgids daar vlakbij moet zijn. En dan gebeurt het. Ik blijf hangen in de klikpedaal (voor de niet-kenners: mijn schoen zit vast in het pedaal, dat hoort zo, maar het is wel oefenen om de voet er in en eruit te krijgen) en val op de stoep op mijn pols. Het doet erg pijn.
Einde vakantie…?

Koffie en worteltaart in Joy’s Place, Mzuzu.
Gelukkig kunnen we lopend naar het internationale hostel, waar warm eten, een warme douche en een warm, schoon bed op ons wachten…..
Ik slik de pijnstillers die Ruud over had van de kiespijn en val in slaap. Als de pols is gebroken of zelfs zwaar gekneusd, dan zou dit wel eens het einde van de fietsvakantie kunnen betekenen….
Relive ‘9e rit’
Vrijdag de 13e! š¤¤
Hoop dat het mee….. valt……
Ik (h)erken elke zin, elke foto roept herinneringen op. Mooi, erg mooie avonturen. Hoop dat Tanja’s pols meevalt en wens jullie nog meer spannende momenten. Ik duim op afstand, Cunrath
He lieve Tanja,
Wat een pech! Keep up the spirit maar blijf verstandig!
Ik geniet van jullie berichten.
Abrazo Ron&Tyne
Lieve Tanja, zie nu pas voor het eerst je side! Enig wat jullie doen!! Hoop dat je arm snel weer beter is. Rustig aan hoor nichtje!!
Wens jullie veel fietsplezier en blijf nu jullie blog volgen!
Liefs,
Astrid
Neeeeee!!!! Tanja haar pols!!!! Beterschap!!
Mn pols inmiddels gelukkig helemaal de oude!